Begin dit jaar is door het kabinet de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) ingesteld. Een regeling speciaal bedoeld voor kleine ondernemers met een grote inkomensachteruitgang door Corona. Het gaat daarbij om ondernemers, die geen beroep kunnen doen op andere reeds bestaande regelingen of onder de bestaande regelingen onvoldoende ondersteuning krijgen waardoor zij nu hun vaste lasten, en met name hun woonlasten, niet meer kunnen betalen. De doelgroep omvat ook uitdrukkelijk niet alleen de minima, maar zeker ook diegenen die door Corona zo zwaar getroffen zijn dat zij (bijna) tot de minima gaan behoren.
Het kabinet stelde landelijk € 130 miljoen beschikbaar, maar verdubbelde dit bedrag inmiddels tot € 260 miljoen. Minister Koolmees heeft de gemeenten dringend opgeroepen de regeling ruimhartig toe te passen, om de problemen voor deze “vergeten” doelgroep op een goede manier aan te pakken.
Het linkse Roermondse college heeft nu haar ruimhartigheid getoond door een “schrale” regeling te presenteren, gebaseerd op een absoluut maximum van 150% van de bijstandsnorm en een betrekkelijk lage maximale bijdrage van € 285 per maand. Als je bedenkt dat alleen al de woonlasten voor een huishouden snel € 1000 per maand of meer zijn, dan lost deze maximale bijdrage slechts weinig op. Toch zal een groot deel van de beoogde doelgroep met dergelijke lasten geconfronteerd worden. Ons raadslid Ernest Oele is zeer verontwaardigd over de aanpak van het college en heeft hierover art. 43 vragen gesteld.